Vul een groot bakblik halverwege met warm water, en zet deze relatief laag in de oven. Zorg dat je bakblik van circa 22 cm hier ruimschoots in past. Op deze manier maak je namelijk een waterbad. Verwarm de oven vervolgens voor op 180 °C.
Doe de suiker en het water in een steelpannetje, en maak hier karamel van door dit op middelhoog vuur te koken totdat dit amberkleurig is. Giet dit vervolgens op de bodem van je ronde bakvorm van circa 22 cm. Zorg ervoor dat deze niet kan lekken. Het liefst gebruik is voor een flan daarom geen springvorm, maar een dichte vorm.
Klop de eieren los, en voeg hier de overige ingrediënten aan toe. Giet dit over je karamel heen. Plaats dit vervolgens in je waterbad in de oven.
Bak dit in ongeveer 65 minuten gaar. Hij is klaar als het geheel aardig opgestijfd lijkt, maar nog wel wat wiebelt in het midden. De flan kookt nog iets na nadat je hem uit de oven hebt gehaald.
Laat de flan geheel afkoelen, en bedek deze vervolgens met wat vershoudfolie. Zet zeker een paar uur in de koelkast zodat de flan geheel koud is.
Ga voor het serveren met een mesje langs de rand van je bakvorm, en zet deze op een groot bord (met een opstaand randje) op de kop. Als het goed is glijd de flan, en de karamelsaus, er nu uit. De flan is erg lekker met wat vers fruit.