Doe 170 ml slagroom in een steelpannetje, en breng dit aan de kook. Zodra dit kookt haal je het van het vuur. Voeg vervolgens de 2 tonkabonen en een snuf toe. Laat dit zeker een half uur intrekken.

Hak de witte chocolade fijn, en stop dit in een kom of maatbeker.

Haal de tonkabonen vervolgens uit de slagroom, en verwarm de slagroom opnieuw tot ongeveer het kookpunt. Giet de warme slagroom over de witte chocolade. Meng dit goed door elkaar met een staafmixer. Als het gemengd is, is dit klaar.

Als laatst voeg je 150 ml koude slagroom toe, en meng dit nog even goed door elkaar met de staafmixer. Doe ik een kommetje, dek dit af, en laat geheel afkoelen in je koelkast. Laat het een nachtje staan.

Snijd de rabarber in kleine stukjes. Doe samen met de lichtbruine basterdsuiker en een klein scheutje water in een steelpannetje, en breng dit aan de kook. Wanneer de rabarber zacht is geworden, en je het kan pletten met een vork kan je ook de rest (behalve de frambozen) toevoegen. Meng hiervoor eerst de pectine en kristalsuiker met elkaar voordat je deze toevoegen. Ook het citroensap kan er nu bij.

Laat dit op middelhoog vuur even een paar minuutjes doorkoken. Voeg als laatste de frambozen toe, en laat nog eventjes koken. Haal van het vuur.

Laat afkoelen voordat je het verder verwerkt.

Maak nu eerst het deeg. Doe hiervoor de bloem, de poedersuiker, het amandelmeel en een snufje zout in een kom.

Snij de koude roomboter in blokjes, en voeg toe aan de kom. Kneed nu met je handen de boter door het bloemmengsel tot er een kruimelig deeg ontstaat.

Kluts het ei. Voeg een eetlepel van het geklutste ei toe aan het deeg. Kneed totdat het een samenhangend geheel vormt. Als het erg droog is voeg je nog een beetje ei toe. Is het deeg juist te nat? Voeg dan nog een beetje bloem toe.

Maak een bal van het deeg, en verpak in vershoudfolie. Laat ongeveer een uur rusten in de koelkast.

Bestuif je aanrecht met bloem, en haal het deeg uit de koelkast. Kneed nog even door, en rol op je aanrecht uit tot een hoogte van circa 3 mm.

Doe weer even in de koelkast, en snij hier repen uit die net zo hoog zijn als je bakring. Ik heb een bakring gebruikt met een diameter van 16 cm. Steek hier ook een bodem van circa 16 cm (maar het liefst iets kleiner) uit.

Bekleed de zijkanten van bakring met de repen deeg. Snijd het overtollig deeg wat boven de ring uitsteekt met een mesje weg. Plaats ook de bodem onderin de ring. Druk deze aan de randen iets aan, zodat ze aan de zijkanten vast zitten. Prik met een vork gaatjes in de bodem, en zet weer een half uur in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 170 °C.

Maak in de tussentijd de amandelvulling. Klop de boter los, en zorg ervoor dat deze tegen het smeltpunt aan wordt gebracht. Je kan de boter hiertoe even au-bain-marie verwarmen. Voeg vervolgens het amandelmeel, de poedersuiker en maizena toe. Meng dit door elkaar. Vervolgens meng je ook het ei en het zout door de massa.

Doe een laag amandelvulling in de tart. Zorg ervoor dat je dit niet tot helemaal de rand vult, het zet namelijk tijdens het bakken nog wel uit. Druk vervolgens wat stukjes rabarber in de amandelvulling.

Bak de tart in ongeveer 20-25 minuten gaar. Deze is nu goudbruin van kleur. Laat even afkoelen op een rooster.

Haal je ganache uit de koelkast, en klop dit op tot een romige massa. Wanneer het de textuur van een stevige slagroom heeft is het klaar. Doe dit vervolgens in een spuitzak met een (groot) rond spuitmondje.

Doe een laagje jam bovenop de amandelvulling.

Spuit vervolgens rond de rand schuine bolletjes ganache (zie afbeelding tart). Maak twee cirkels rond met bolletjes, en verdeel in het midden nog wat ganache.

Decoreer vervolgens met de verse frambozen. Bestuif desgewenst nog met wat poedersuiker.