Verwarm de oven voor op 200 °C, en bekleed een bakplaat met bakpapier.
Snijd de stoofpeertjes in kleine stukjes. Dep de stukjes met een stuk keukenpapier een beetje droog.
Doe de bloem, suiker, bakpoeder, baking soda, kaneel en het zout in een grote kom. Meng het allemaal goed door elkaar.
Snijd de koude boter in kleine stukjes, en doe dit ook in de kom.
Kneed de boter vervolgens door de bloem. Gebruik je vingertoppen om de boterblokjes iets te pletten. Ga hier mee door totdat de boter qua formaat op cornflakes lijkt.
Meng de karnemelk en ei in een aparte kom. Roer dit goed door, en voeg dit toe aan de rest.
Voeg nu ook de stoofperen toe. Meng alles goed door elkaar met een vork.
Bestuif je aanrecht met bloem.
Doe op je handen een beetje bloem, en probeer een bal te maken van het deeg.
Stort het deeg op je aanrecht. Maak hier een ronde vorm van met een hoogte van ongeveer 2-3 cm.
Verdeel dit vervolgens, net als een taart, in 8 driehoekige stukken, en vervoer deze naar je bakplaat. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een deegsteker en/of een taartschep. De scones zijn vrij plakkerig. Hierdoor kan het zijn dat je scone zijn driehoekige vorm verliest. Dit geeft niet, hierdoor lijken ze extra ambachtelijk.
Bestrooi de scones nog met kaneelgranules. Bak de scones vervolgens in ongeveer 20-25 minuutjes goudbruin.
Laat de scones afkoelen op een rooster. Serveer het liefst binnen een paar uur. Net uit de oven zijn ze het lekkerst.