Verwarm de oven voor op 220 °C, en bekleed een bakblik met bakpapier.
Doe de melk, water en boter (in kleine stukjes gesneden) in een steelpannetje. Voeg ook het zout en suiker toe. Verwarm dit totdat de boter geheel is gesmolten.
Haal van het vuur, en voeg in één keer alle bloem toe. Roer het mengsel door totdat het goed verdeeld is. Doe het pannetje vervolgens weer op middelhoog vuur.
Blijf dit goed doorroeren met een houten spatel. Het mengsel zal op een gegeven moment een sissend geluid maken. Dit hoort zo. In totaal bak je het ongeveer 2 minuten. Wanneer het lichtelijk aan de bodem aanbakt, en een bal vormt, is het doorgaans klaar.
Doe het beslag in een metalen beslagkom. Roer het een beetje los, en laat een paar minuutjes afkoelen.
Voeg nu geleidelijk aan het ei toe. Doe ongeveer een half ei tegelijkertijd bij het beslag, en meng dit totdat het ei geheel in het beslag is opgenomen. Voeg dan pas het volgende halve ei toe. Uiteindelijk moet het deeg glad en glanzend zijn, maar nog wel zijn vorm behouden. Het is goed als het in een V-vorm van je spatel afglijdt. Je kan ook controleren of het klaar is door met je spatel een sleuf door het beslag te trekken. Als deze blijft staan, en langzaam weer sluit is het goed. Of wanneer je beslag
Vul een spuitzak met het soezenbeslag en spuit rondjes op je bakplaat. Heb je geen spuitzak? Dan kan je ook prima hoopjes maken met een theelepeltje. Laat wel wat ruimte tussen de soesjes. Ze zullen immers nog rijzen in de oven.
Bak de soesjes in circa 20-25 minuten mooi goudbruin. Laat vervolgens op een rooster afkoelen voordat je ze vult.