Slof met bramen en mascarpone

Met dit recept maak je een lekkere zomerse slof, die ook in de winter goed smaakt. Ook lekker met andere soorten fruit, zoals frambozen

60 gram tarwebloem
60 gram Zeeuwse bloem (als je dit niet kan vinden kan je dit vervangen door gewone tarwebloem)
90 gram boter
1 theelepel bakpoeder
1/2 eierdooier
40 gram suiker
40 gram lichtbruine basterdsuiker
snuf zout
1 theelepel citroenrasp

200 gram bramen
125 gram mascarpone
60 gram zure room
40 gram lavendelhoning (kan je ook vervangen door gewone honing of andere zoetstof)
1 eetlepel poedersuiker

Doe alle ingrediënten in een kom, en kneed tot een samenhangend geheel. Maak er een bal van en wikkel deze in vershoudfolie. Laat het deeg nu een uurtje in de koelkast rusten.
Verwarm de oven voor op 180 °C.
Meng een half ei met de amandelspijs om deze smeerbaarder te maken.
Bekleed een bakplaat met bakpapier, en vet een sloffenring van 24 cm in.
Bestrooi je aanrecht met bloem. Haal nu het deeg uit de koelkast, en rol met een bebloemde deegroller uit tot een hoogte van ongeveer 8 mm. Zorg dat deze deegplak ongeveer de vorm van de sloffenring heeft, en druk de sloffenring in het deeg.
Vervoer nu het sloffendeeg, inclusief de sloffenring, naar je bakplaat.
Verdeel de spijs over het sloffendeeg. Zorg dat je ongeveer 1 cm rondom de rand vrijlaat.
Bak in circa 25 minuten goudbruin.
Laat de sloffenbodem even afkoelen voordat je de sloffenring weghaalt. Laat de sloffenbodem helemaal afkoelen voordat je de slof verder afwerkt.

Meng de mascarpone, zure room en lavendelhoning door elkaar totdat het goed gemengd is. Stop dit nu in een spuitzak.
Verdeel het roommengsel over de sloffenbodem.
Plaats nu ook de bramen bovenop de room.
Bestrooi het geheel met poedersuiker, en serveer.

Ik maak vaak een dubbele portie van het sloffendeeg en de amandelspijs. De volgende keer zet je dan snel een slof op tafel.

Je kan de bramen ook goed vervangen door ander fruit. Wat dacht je van frambozen of aardbeien?