Week de gelatine circa 10 minuten in een beetje koud water.
Doe de melk, 75 gram slagroom, suiker en verveine in een steelpannetje, en breng aan de kook. Haal van het vuur als het kookt. Dek af, en laat de verveine zeker een half uurtje trekken.
Haal de verveine (met een zeef) uit het mengsel. Voeg de eierdooier toe. Verwarm dit nu – terwijl je continu met een pollepel door het geheel roert – tot ongeveer 80 graden.
Knijp de gelatineblaadjes uit, en voeg toe aan het steelpannetje. Meng alles goed door elkaar.
Laat dit even afkoelen tot ongeveer 30 graden.
Bekleed ondertussen een tweetal taartringen van 18 aan de zijkanten met acetaatfolie, en leg vershoudfolie of een siliconen bakmat onder de ringen. Zorg ervoor dat je dit op een bord of plaat zet die zo in de vriezer kan. Zorg ervoor dat je de binnenkant van de taart al uit de ringen hebt gehaald, en dat deze snel klaar staan om te verwerken. Bewaar deze wel in de vriezer totdat je de mousse klaar hebt. Leg ook alvast de koekbodem klaar.
Klop de slagroom samen met de Griekse yoghurt en de vanille op. Zorg ervoor dat je de slagroom niet te stijf opklopt, maar nog een beetje zacht is.
Voeg de verveineroom - wanneer dit bijna tot kamertemperatuur is afgekoeld - voorzichtig toe aan de slagroom. Spatel het rustig door elkaar. Stop wanneer het gemengd is.
Schep de taartringen tot ongeveer de helft vol met de mousse. Haal de binnenkant van de taart uit de vriezer, en druk deze met op de kop (met de compote naar beneden) in de mousse. Leg hier vervolgens ook de koekbodem (met de witte chocoladelaag naar beneden) op.
Stop de taarten nu in zijn geheel in de vriezer. Laat zeker 2 uur in de vriezer staan. Ik maak ook dit vaak al de dag/avond van tevoren. Het geheel moet helemaal bevroren zijn.