Smelt de boter in een steelpannetje of in de magnetron. Laat afkoelen terwijl je verder gaat met het beslag.
Doe het ei samen met de suiker in een kom. Klop dit met een mixer zeker 6 minuten door totdat het een schuimige, en stevige, luchtige massa is.
Voeg nu ook de sinaasappelrasp, de kaneel, de snuf zout en het vanille extract toe, en mix nog even door totdat alles gemengd is.
Doe nu een beetje van dit beslag (2 eetlepels) bij de gesmolten boter, en meng dit goed door. Voeg dit vervolgens voorzichtig toe aan het beslag, en meng door elkaar. Zorg ervoor dat je ophoudt met mengen als alles goed gemengd is.
Stop de beslagkom nu ongeveer een half uur in de koelkast. Laat dit niet te lang in de koelkast liggen. Anders stolt de boter weer helemaal.
Verwarm de oven voor op 180 °C. Vet je madeleinevorm in met gesmolten boter.
Haal het madeleinebeslag uit de koelkast. Doe in het midden van ieder gat van de vorm ongeveer een eetlepel van het beslag. Dit hoeft niet netjes. In de oven loopt het beslag uit.
Doe de madeleines nu voor 10 minuten in de oven. De bovenkant is nu lichtbruin.
Haal de madeleines nu uit de vorm, en laat even afkoelen op een rooster.
Meng ondertussen de suiker en kaneel in een kommetje. Rol de madeleines door de kaneelsuiker als ze nog warm zijn.
De madeleines zijn het lekkerst net nadat ze zijn gebakken.