Doe alle ingrediënten voor het deeg, met uitzondering van 250 gram boter, in een kom. Kneed dit in een aantal minuten tot een soepel deeg. Je kan hier ook even de keukenmachine voor gebruiken.
Wikkel het deeg in vershoudfolie, en doe dit zeker een uurtje in de koelkast. Je wil dat dit goed koud is.
Leg een blok boter van 250 gram tussen twee stukken vershoudfolie. Rol dit uit tot een vierkant van ongeveer 1 cm dik.
Haal het deeg uit de koelkast, en rol dit uit tot een soort vierkant met vier punten. Leg in het midden het vierkant boter, en vouw de punten van het deeg zo op zodat je de boter als ware hebt ingepakt.
Rol het deeg nu uit tot een langwerpige plak. Het stuk deeg is dan ongeveer 3 keer zo lang dan het breed is.
Vouw het deeg nu in drieën. Dit doe je door de buitenste randen als ware naar binnen te vouwen als een soort envelop.
Draai het deeg een kwartslag, en rol het deeg vervolgens weer tot 3 keer zijn breedte uit. Vouw dit ook weer in drieën.
Verpak het deeg in vershoudfolie. Doe het deeg een half uur in de koelkast.
Haal het deeg uit de koelkast (draai een kwartslag), en rol weer uit, en vouw het ook weer op een zelfde manier in drieën. Leg weer een half uur in de koelkast.
Herhaal de vorige stap nog één keer na dit half uur.
Stop het bladerdeeg wat je nu niet gebruikt in de vriezer. Dit kan je gewoon in wat vershoudfolie stoppen.