• Maak nu eerst het tartelettedeeg. Doe hiervoor de bloem, de poedersuiker, het amandelmeel, het maanzaad en een snufje zout in een kom.
• Snij de koude roomboter in blokjes, en voeg toe aan de kom. Kneed nu met je handen de boter door het bloemmengsel tot er een kruimelig deeg ontstaat.
• Kluts het ei. Voeg een halve eetlepel van het geklutste ei toe aan het deeg. Kneed totdat het een samenhangend geheel vormt. Als het erg droog is voeg je nog een beetje ei toe. Is het deeg juist te nat? Voeg dan nog een beetje bloem toe.
• Maak een platte plak van het deeg, en verpak in vershoudfolie. Laat ongeveer een uur rusten in de koelkast.
• Zet je bakringen klaar op een stuk bakpapier of een bakmat, en vet deze in.
• Bestuif je aanrecht met bloem, en haal het deeg uit de koelkast. Kneed nog even door, en rol op je aanrecht uit tot een hoogte van circa 3 mm. Doe weer even in de koelkast, en snij hier repen uit die net zo hoog zijn als je tartelettevorm. Steek hier ook rondjes van 6 cm uit.
• Bekleed de zijkanten van bakringen met de repen deeg. Snijd het overtollig deeg wat boven de ringen uitsteekt met een mesje weg. Plaats ook de rondjes deeg onderin de ringen. Druk deze aan de randen iets aan, zodat ze aan de zijkanten vast zitten. Prik met een vork gaatjes in de bodem, en zet weer een half uur in de koelkast.
• Verwarm de oven voor op 170 °C.
• Doe een laagje amandelspijs (ongeveer 15 gram) in de tartelettes. Ik heb dit gewoon wat verkruimeld. Dit wordt in de oven wat krokant. Je kan er ook voor kiezen om de amandelspijs iets smeerbaarder te maken. Meng er dan nog wat ei doorheen.
• Bak de tartelettes in ongeveer 20 minuten gaar. Ze zijn nu goudbruin van kleur. Laat even afkoelen op een rooster.

Jam

• Doe alle ingrediënten voor de jam in een steelpannetje, en breng aan de kook. Laat dit even doorkoken totdat het wat indikt en de consistentie van jam heeft. Laat vervolgens iets afkoelen. Schep een lepel jam bovenop de amandelspijs, en verdeel dit over de bodem van het taartje.

Griesmeelvulling

• Doe alle ingrediënten, behalve de boter, voor de griesmeelpap in een steelpannetje. Breng dit aan de kook, en laat dit even rustig pruttelen. Je zal zien dat het steeds meer op griesmeelpap gaat lijken. Wanneer het op pap lijkt, en dus flink is ingedikt, haal je het van het vuur. Doe nu ook een klontje boter door de pap, en verdeel dit nu het nog warm is.
• Giet de griesmeelpap in de tartelettes. Doe de vormpjes tot de rand vol. Laat dit nu verder afkoelen.
• Je kan de tartelettes nog decoreren met wat verse rode bessen, en bestuiven met wat poedersuiker.