Snij het vanillestokje open, en schraap het merg eruit. Doe dit samen met de volle melk in een steelpannetje. Breng dit aan de kook. Haal dit van het vuur zodra het kookt. Laat ongeveer 2 minuutjes afkoelen.
Doe de suiker, ei en de eierdooier in een beslagkom, en meng dit door elkaar. Voeg ook de gesmolten boter toe. Meng dit goed door elkaar.
Voeg nu voorzichtig een klein deel (ongeveer ⅓) van de warme melk toe aan de beslagkom. Je wil niet dat het ei gaat stollen. Roer dit goed elkaar. Doe nu ook de bloem in de kom, en meng dit met een garde goed door elkaar. Voeg vervolgens de rest van de melk toe.
Dek de beslagkom af, en laat nu 48 uur in de koelkast staan.
Smelt de boter en bijenwas. Ik heb dit in de magnetron gedaan. Zorg ervoor dat je tijdens het verwarmen af en toe even de massa doorroert. Vet je vormpjes in. Je kan de gesmolten boter en bijenwas in de vormpjes overgieten, en vervolgens op de kop op een rooster zetten. Dan zullen ze goed ingevet zijn. Zet ze vervolgens in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 290 °C. Zet een bakplaat klaar. Leg hier ook een stuk bakpapier op voor het geval dat de gebakjes lekken in de oven.
Roer het beslag goed door elkaar, en giet dit in de koude vormpjes. Laat ongeveer 1 cm aan de bovenkant vrij. Zet de vormpjes op de bakplaat, en plaats deze in de oven.
Verlaag na 10 minuten de oventemperatuur naar 190 °C. Doe hierbij de ovendeur niet open. Bak nog over 50 minuten.
Haal de cannelés nu direct uit de vormpjes. Als het goed is glijden ze er zo uit. Wees wel voorzichtig, de vormpjes zijn erg heet!
Laat de cannelés nu volledig afkoelen. Eet ze bij voorkeur op de dag dat je ze gebakken hebt.