Verwarm de oven voor op 180 °C, en bekleed je bakplaat met bakpapier.
Doe de eiwitten in een kom. Voeg ook een snufje zout toe. Klop de eiwitten op, en voeg geleidelijk ook de suiker toe. Klop dit door totdat de eiwitten stijf zijn. Als je je kom beweegt blijven de eiwitten op hun plek.
Doe het amandelmeel, de poedersuiker en de bloem in een kom, en meng dit door elkaar. Voeg dit beetje bij beetje toe aan de eiwitten. Spatel dit voorzichtig door elkaar. Je wil zo veel mogelijk luchtigheid behouden.
Als alles goed gemengd is stop je dit in een spuitzak met een plat of rond spuitmondje. Zorg dat je niet een erg klein spuitmondje gebruikt, maar één met een opening van ten minste 1 cm. Ik heb zelf een plat spuitmondje van 1,5 cm gebruikt.
Spuit ongeveer 30-36 staafjes, met een lengte van ongeveer 6 cm, op de bakplaat. Bedenk daarbij dat de koekjes hun vorm - en dus ook formaat - in grote lijnen behouden in de oven. Ik heb er overigens hierbij een liniaal ernaast gehouden. Niet alleen zorg je er hiermee voor dat al je staafjes even lang zijn, maar het is ook handig voor het aanhouden van een rechte lijn.
Strooi nu ook de amandelschaafsel over de koekjes. Mocht het amandelschaafsel erg grof zijn, verkruimel deze dan eerste nog even.
Bak de koekjes ongeveer 15 minuten. Ze zullen nu lichtbruin zijn. Laat de koekjes even afkoelen voordat je deze verder afmaakt.